Supplementen: nuttig voor sporters
Sporters die op zeer hoog niveau hun sport beoefenen, hebben in bepaalde situaties baat bij voedingssupplementen. Voor supplementgebruikers is het goed te weten dat er nieuwe regels komen voor de kwaliteit en de veiligheid. En overigens: supplementen die te koop zijn in de gewone drogisterij, apotheek of supermarkt zijn veilig en kunnen onder bepaalde omstandigheden een goede aanvulling op de voeding zijn. Dat bleek tijdens de perslunch op 21 november van het Vitamine Informatie Bureau, onderdeel van TNO Voeding in Zeist. Prof. dr. Han Kemper van de Vrije Universiteit van Amsterdam zette uiteen hoe zwaar het lichaam van topsporters wordt belast. Bij een zeer zware lichamelijke inspanning produceert het lichaam grote hoeveelheden vrije radicalen. Die kunnen spiercellen beschadigen wat resulteert in spierpijn en spierscheurtjes. Door hun dagelijkse trainingsarbeid bouwen topsporters daartegen wel een behoorlijke bescherming op. In principe, benadrukte Kemper, krijgt het lichaam bij een veelzijdige en gevarieerde voeding voldoende micronutriënten (zoals vitamines en mineralen) binnen. Maar in een aantal situaties kunnen supplementen of verrijkte voedingsmiddelen gewenst zijn. Omdat er geen tijd of gelegenheid is om goed te eten, omdat het lichaam overmatig transpireert, of omdat het lichaam een zeer zware inspanning levert. Kemper noemde wielrenners in bijvoorbeeld de Tour de France, marathonlopers en American footballspelers. Die laatsten transpireren hevig doordat ze beschermende kleding dragen die niet veel verdamping toelaat. Accent op kwaliteit en veiligheid Wanneer mensen overwegen een supplement te gebruiken, dan willen ze zeker weten dat het goed zit met de kwaliteit en de veiligheid. Piet van Doorninck, senior beleidsmedewerker levensmiddelen bij de Keuringsdienst van Waren in Den Haag, schetste de verschillen in wetgeving die nu in Europa nog bestaan. ‘Elke lidstaat kan hierin een eigen koers varen en heeft dat ook gedaan’, aldus van Doorninck. Nu komt er toch een harmonisatie, waarin de nadruk ligt op veiligheid en goede informatie voor de consument. Van Doorninck vindt overigens, naar aanleiding van berichten over ‘vervuilde’ supplementen in de voetbalwereld, dat consumenten zich geen zorgen hoeven te maken wanneer ze voor een supplement gewoon naar de supermarkt of de drogist gaan. Meer bezorgd is hij over bijvoorbeeld smartshops. ‘De discussie gaat ook niet over de vitamines, maar over de andere stoffen die in bepaalde supplementen voorkomen. Je kunt je afvragen of die wel zo gezond zijn.’ Toenemend gebruik De komst van nieuwe regels voor veiligheid en kwaliteit van supplementen is van belang, omdat het supplementgebruik in Nederland nog steeds gestaag toeneemt. Ir. Angela Severs, manager van het Vitamine Informatie Bureau, gaf een overzicht van recente wetenschappelijke inzichten en nieuwe aanbevelingen, die mede aan die toename hebben bijgedragen. ‘Vooral de rol van vitamines bij de preventie van ziektes is vaak aanleiding om de aanbevolen hoeveelheid te verhogen. Dat geldt bijvoorbeeld voor vitamine D, calcium en foliumzuur. Er zijn nu aanwijzingen dat foliumzuur de kans op hart- en vaatziekten kan verkleinen’, vertelde Angela Severs. In de nieuwe Europese wetgeving gaat het vooral om de veilige bovengrens voor inname. De meeste supplementen die nu te koop zijn, zullen daar ruim onder blijven. Dat ligt anders bij sommige zeer hooggedoseerde supplementen. ‘Als de nieuwe Europese regelgeving van kracht wordt, zal de samenstelling van deze supplementen moeten veranderen’, verwachtte Angela Severs. ‘Maar verstandig supplementgebruik kan een goede aanvulling op de voeding zijn van mensen die wat extra’s kunnen gebruiken, zoals bijvoorbeeld senioren.’( 01-2002)

 

 

    Printen