B-vitaminen en homocysteïne bepalen hersenfunctie

Volgens de American Journal of Clinical Nutrition is bij ouderen het functioneren van de hersenen deels afhankelijk van de concentraties foliumzuur, vitamine B12 en homocysteïne in het bloed. De homocysteïnespiegel kan tot wel 8% van de verschillen in cognitieve prestatie verklaren.
Dit is de uitkomst van een onderzoek van de Rowett Research Institute in Aberdeen. Dr Susan Duthie onderzocht een groep proefpersonen die in 1921 of 1936 geboren waren. Allereerst werd bij de proefpersonen voor de eerste maaltijd bloed afgenomen. Hierin werden de concentraties foliumzuur, vitamine B12 en homocysteïne bepaald. Vervolgens voerden de proefpersonen zes tests uit waarmee de cognitieve prestatie gemeten werd. Deze tests keken naar de mentale toestand, het lees- en verbale leervermogen en het omgaan met matrixen, getallen en blokken.
De mensen die meer foliumzuur in hun bloed hadden, hadden tevens een hogere concentratie vitamine B12 in het bloed. Mensen met minder foliumzuur of vitamine B12 in de bloedbaan hadden juist een grotere hoeveelheid homocysteïne in het bloed. De groep proefpersonen die in 1921 geboren was, had een hogere homocysteïnespiegel dan de mensen die in 1936 geboren waren. Op vijf van de zes tests scoorde de jongere groep beter.
Een hogere foliumzuurspiegel zorgde voor een betere score in de tests met matrixen, getallen en blokken en voor het verbaal leervermogen. Mensen met meer vitamine B12 in het bloed konden beter met matrixen, getallen en blokken omgaan. Een hogere homocysteïnespiegel had juist een tegenovergesteld effect van vitamine B12. In de oudere onderzoeksgroep werd 7 tot 8% van de verschillen in cognitieve prestatie veroorzaakt door verschillen in de homocysteïnespiegel. Dit was niet het geval in de jongere groep. (2003) 

 

 

    Printen