Printen
Ziekte van Lyme onderschat.
De ziekte van Lyme wordt zwaar onderschat door Nederlandse artsen. Dat stellen medewerkers van Nederlandse Lyme-infolijnen. Volgens een woordvoerster van de Nederlandse Vereniging voor Lymepatienten worden in Nederland helemaal geen onderzoeken gedaan naar de ziekte, die teken kunnen overbrengen op mensen.
S.
Hinderks, medewerker van een nieuwe Groningse infolijn, lijdt zelf ook aan de
ziekte. Hij stelt dat de bloedtest die in Nederland wordt gebruikt om de ziekte
aan te tonen, ver onder de maat is. ,,Dat heb ik aan den lijve ondervonden. Ik
heb mijn bloed in Nederland laten testen, maar dat leverde niks op. Vervolgens
heb ik het bloedmonster naar Zwitserland gestuurd. De proef daar wees uit dat ik
wel degelijk Lyme heb'', aldus Hinderks. Bovendien is de behandeling ver onder
de maat, meent Hinderks. Patienten krijgen in Nederland een antibioticakuur van
twee tot vier weken. Dat is relatief erg kort, stelt Hinderks.
,,In
de Verenigde Staten duurt de kuur een half jaar'', zegt hij. Veel Nederlandse
patienten lijden daardoor na de kuur nog steeds aan de ziekte, meent de
infolijnmedewerker. Volgens Hinderks is de ziekte simpelweg te onbekend bij
Nederlandse medici. Volgens een woordvoerster van de informatielijn van de
Nederlandse Vereniging voor Lymepatienten is dat niet zo vreemd. ,,Het is heel
erg, maar er worden hier helemaal geen onderzoeken gedaan naar de ziekte.''
Ook
secretaris I. Hoogeboom van de vereniging vindt dat er in Nederland maar weinig
bekend is over de ziekte. Volgens haar zou de overheid meer aan voorlichting
moeten doen. De ziekte van Lyme is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door
de bacterie Borrelia burgdorferi. Deze bacterie kan op mensen worden
overgebracht door teken. Het aantal teken is de afgelopen jaren sterk toegenomen
in Nederland en daarmee ook de ziekte. In 1992 rapporteerden huisartsen 6500
nieuwe Lymegevallen, in 2002 waren dat er 13.000. De symptomen van de ziekte
zijn vermoeidheid, concentratieproblemen, hoofdpijn en reuma-achtige klachten.
Het Nederlands Huisartsengenootschap was niet bereikbaar voor commentaar. (ANP
april 2005)