Home / Nieuws / ...

 

Gezondheid bevorderen, niet alleen ziekte bestrijden
Een nieuwe gezondheidsdefinitie stelt niet het behandelend specialisme centraal, maar de patiënt die zelf de regie voert. Daar past een andere rol van de arts bij: niet primair die van behandelaar, maar van gezondheidsadviseur. Een uitdaging voor 2015!
Eind 2014 verdedigde Machteld Huber met glans haar proefschrift "Towards a new definition of Health". In plaats van de WHO-definitie uit 1948, die gezondheid grofweg omschrijft als de afwezigheid van ziekte, stellen Huber en anderen als definitie voor: 'Gezondheid als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven'.
Bij zo’n definitie passen vragen als: wat vindt de patiënt belangrijk voor zijn gezondheid en wat kan hij daar zelf in doen? En er past een andere rol van de arts bij: niet primair de rol van behandelaar, maar die van gezondheidsadviseur. Ook stelt deze definitie niet het behandelend specialisme centraal, maar de patiënt, Stond de laatste decennia ziektebestrijding voorop, nu moeten we de omslag maken naar gezondheidsbevordering. Een essentiële opdracht voor de gezondheidszorg. 
Het past goed bij 2015, het jaar van grote transities. Van zorg dichter bij huis, via de gemeenten. Meer zelfzorg en meer zorg door de directe omgeving. Een onvermijdelijke beweging, want zouden wij het huidige zorgaanbod willen blijven bieden, dan zouden alle middelbare scholieren die in 2020 hun eindexamen halen, in de zorg aan de slag moeten.
Dit heeft niets met bezuinigingen te maken, maar met een toename van de zorgvraag door de vergrijzing. De nieuwe definitie van gezondheid geeft een krachtige aanzet tot verdere emancipatie van patiënten en een 'gezonde' reactie van de zorgprofessionals om hen te ondersteunen in het vermogen "zich aan te passen en een eigen regie te voeren". Daar zijn onbaatzuchtigheid en leiderschap voor nodig. Onbaatzuchtigheid in die zin dat we de patiënt centraal stellen in plaats van het eigen domein, de eigen ‘lijn’ of (sub)specialisme. En door het doorbreken van de paradox dat artsen, andere zorgprofessionals en instellingen financieel gebaat zijn bij meer ziekte. 
Net zoals we de brandweer niet per brand betalen, zal de maatschappij zich moeten afvragen hoeveel zij wil investeren in de beschikbaarheid in plaats van de verrichtingen door zorgprofessionals. Dit vormt een gigantische puzzel en uitdaging. Een oplossing vergt medisch leiderschap in de definitie van Eisenhower: "Mensen in beweging krijgen door hen te laten realiseren dat hun inspanningen zullen leiden tot het gezamenlijk gewenste resultaat." Voor de zorg betekent dit: gaan voor de beste kwaliteit ten bate van de samenleving en de patiënt. 
Het zijn ook interessante tijden voor de artsenfederatie KNMG. In 2014 hebben de wetenschappelijke verenigingen met de Orde van Medisch Specialisten een beweging ingezet om tot een federatie van medisch specialisten te komen, die onderdeel uitmaakt van de artsenfederatie KNMG. Zij stellen kwaliteit, opleiding en wetenschap voorop, beroepsbelangen zijn volgend. Hopelijk volgt hierop een beroepsgroepbrede transitie waarin we de schotten tussen de lijnen wegnemen. Dat is hard nodig om de patiënt en zijn omgeving optimaal te informeren en samen te besluiten over de meest gezonde oplossing. 
Alle KNMG-federatiepartners spelen hierin essentiële rollen. Denk ook aan het kritisch ondersteunen van gemeenten, het bevorderen van preventie en het verzekeren van de meest kwetsbaren van de noodzakelijke steun om zelfstandig te kunnen blijven functioneren. Onze grootste troef voor een toekomst zonder schotten is de volwaardige toetreding per 1 januari van De Geneeskunde Student als achtste federatiepartner. Zij zullen in dit nieuwe model van gezondheid de primaire positie van de arts als gezondheidsadviseur kunnen gaan waarmaken.
Column van Rutger Jan van der Gaag, voorzitter artsenfederatie KNMG (Januari 2015)


 



Printen

 

 

Reacties: