Home / Nieuws / ...

 

Nadelen emulgatoren in de voeding*
Emulgatoren worden in de voedingsindustrie veel toegepast, bijvoorbeeld om producten vochtig of vettig te houden of om vetoplosbare stoffen met water te kunnen vermengen. Eerdere studies met muizen en studies met mensen hebben al laten zien dat emulgatoren in de voeding kunnen zorgen voor ontstekingen in de darmen. Een studie, nu met muizen, met de emulgatoren Polysorbaat 80 (E-433) en Carboxymethylcellulose (E-466) laat zien dat niet alleen de darmen veranderen doch ook dat er iets in de hersenen verandert en dat ook nog afhankelijk van het geslacht. De mannelijke muizen werden daardoor angstiger terwijl de vrouwelijke muizen duidelijk minder sociaal gedrag vertoonden.
De studie. (Maart 2019)



Common food additive may impact gut bacteria, increase anxiety
A wide range of foods contain ingredients that we call emulsifiers. A new study in mice shows that these compounds can produce both physiological and behavioral changes.
Food additives have always generated a great deal of attention, and, rightly so, as they are all-pervasive, so we should scrutinize their impact on our health. Recently, emulsifiers have been drawing fire.
Manufacturers use these chemicals to alter food's texture and extend its shelf life.
They include emulsifiers in many foods, for instance, some types of bread, chocolate, margarine, processed meats, and more.
Earlier studies have shown that emulsifiers can alter the microbiome of mice, causing low-grade inflammation and increasing the risk of obesity and metabolic disorders.
A study in humans concluded that gut bacteria "can be directly impacted by these commonly used food additives, in a manner that subsequently drives intestinal inflammation."
Recently, a group of researchers from Georgia State University in Atlanta took this investigation to the next level, setting out to investigate whether two common emulsifiers — carboxymethylcellulose (CMC) and polysorbate-80 (P80) — might also influence mental well-being.
Gut health, psychological health
Although the jump from gut health to psychological health might seem like a stretch, scientists have already described a clear, two-way conversation between the gut and the brain.
Studies have shown that our gut health and the health of our gut bacteria can have a substantial influence on our mental well-being. For instance, one study from 2011 found that treating mice with Lactobacillus rhamnosus — a species of "good" bacteria — caused measurable changes in the brain and reduced anxiety-like behavior.
Another study showed that mice that had no gut bacteria express higher levels of anxiety-like behaviors when researchers compared them with controls. A more recent study showed that antibiotic use in mice in early life could significantly alter the microbiome, anxiety levels, and social behavior over the long-term.
This most recent study investigated whether P80 and CMC might alter the mental state of mice. The researchers published their findings in the journal Scientific Reports.
The team added CMC and P80 to the drinking water of mice for 12 weeks. Then, they measured their behavior, changes in their microbiome, and other physiological parameters.
Co-lead researcher Prof. Geert de Vries explains their work in brief, "We asked the question: Can emulsifiers' effects on general systemic inflammation also be extended to the brain and to behavior? The answer was yes."
The impact of emulsifiers
The scientists showed that the emulsifiers did impact gut bacteria, but in different ways for male and female mice. They also showed that the changes in behavior were different between the sexes.
Specifically, they saw an increase in anxious behavior, particularly in male mice. In female mice, there was a reduction in social behavior.
Exactly how emulsifiers might affect behavior is not known, but there are some theories.
"[W]e know that inflammation triggers local immune cells to produce signaling molecules that can affect tissues in other places, including the brain. The gut also contains branches of the vagus nerve, which forms a direct information pathway to the brain."
Prof. Geert de Vries
Why there should be sex differences is harder to explain. However, scientists know that there are certain differences between the way male and female immune systems work, so this might offer clues.
The group plan to continue this line of investigation. Switching from the mouse model into larger animals will be a necessary move, as the authors write, "determining the extent to which studies in mice are relevant to humans is inherently difficult," particularly in behavioral disorders.
Co-lead researcher Benoit Chassaing says, "We are currently investigating the mechanisms by which dietary emulsifiers are impacting the intestinal microbiota as well as the human relevance of those findings."
It is also worth noting that, of the four anxiety tests, emulsifier-fed male mice only showed significant differences in one. The test in question was the open field test and, according to the authors, research suggests it is particularly sensitive at measuring "normal" anxiety, as opposed to anxiety disorders.
Over recent years, many observers have noted a rise in anxiety in Western society. At the same time, inflammatory bowel disease has shown a marked increase. The authors ask whether food additives might play a part in these shifts.
For now, the researchers recommend that we should assess food additives for their impact on gut bacteria. Science has now shown, beyond a shadow of a doubt, that the microbiome plays a significant role in health; perhaps food safety laws need to follow suit.

 

De door de computer vertaalde Engelse tekst (let op: gelet op de vaak technische inhoud van een artikel kunnen bij het vertalen wellicht vreemde en soms niet helemaal juiste woorden en/of zinnen gevormd worden)

 

Veel voorkomende voedseladditieven kunnen van invloed zijn op darmbacteriën, verhogen de angst
Een breed scala aan voedingsmiddelen bevat ingrediënten die we emulgatoren noemen. Een nieuw onderzoek bij muizen laat zien dat deze verbindingen zowel fysiologische als gedragsveranderingen kunnen produceren.
Levensmiddelenadditieven hebben altijd veel aandacht gekregen, en terecht, omdat ze allesomvattend zijn, dus we moeten hun impact op onze gezondheid onder de loep nemen. Onlangs hebben emulgatoren vlam gevat.
Fabrikanten gebruiken deze chemicaliën om de textuur van voedingsmiddelen te veranderen en de houdbaarheid te verlengen.
Ze omvatten emulgatoren in veel voedingsmiddelen, bijvoorbeeld sommige soorten brood, chocolade, margarine, vleeswaren en meer.
Eerdere studies hebben aangetoond dat emulgatoren het microbioom van muizen kunnen veranderen, laaggradige ontstekingen veroorzaken en het risico op obesitas en metabole aandoeningen vergroten.
Een onderzoek concludeerde bij de mens dat darmbacteriën "direct kunnen worden beïnvloed door deze veel gebruikte voedingsadditieven, op een manier die vervolgens darmontsteking veroorzaakt."
Onlangs heeft een groep onderzoekers van de Georgia State University in Atlanta dit onderzoek naar het volgende niveau gebracht, om te onderzoeken of twee gemeenschappelijke emulgatoren - carboxymethylcellulose (CMC) en polysorbaat-80 (P80) - ook het mentale welzijn kunnen beïnvloeden.
Darmgezondheid, psychische gezondheid
Hoewel de sprong van darmgezondheid naar psychologische gezondheid misschien een stuk lijkt, hebben wetenschappers al een duidelijk, tweerichtingsgesprek tussen de darm en de hersenen beschreven.
Studies hebben aangetoond dat onze darmgezondheid en de gezondheid van onze darmbacteriën een aanzienlijke invloed kunnen hebben op ons mentale welzijn. Een studie uit 2011 ontdekte bijvoorbeeld dat de behandeling van muizen met Lactobacillus rhamnosus - een soort "goede" bacteriën - meetbare veranderingen in de hersenen veroorzaakte en het angstgevoelige gedrag verminderde.
Een andere studie toonde aan dat muizen zonder darmbacteriën hogere niveaus van angstachtig gedrag vertoonden wanneer onderzoekers ze vergeleken met controles. Een meer recente studie toonde aan dat het gebruik van antibiotica bij muizen in het vroege leven op lange termijn het microbioom, angstniveaus en sociaal gedrag significant zou kunnen veranderen.
Deze meest recente studie onderzocht of P80 en CMC de mentale toestand van muizen kunnen veranderen. De onderzoekers publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Reports.
Het team voegde 12 weken lang CMC en P80 toe aan het drinkwater van muizen. Vervolgens maten ze hun gedrag, veranderingen in hun microbioom en andere fysiologische parameters.
Co-lead onderzoeker prof. Geert de Vries licht hun werk in het kort toe: "We stelden de vraag: kunnen de effecten van emulgatoren op algemene systemische ontstekingen ook worden uitgebreid tot de hersenen en tot het gedrag? Het antwoord was ja."
De impact van emulgatoren
De wetenschappers toonden aan dat de emulgatoren invloed hadden op darmbacteriën, maar op verschillende manieren voor mannelijke en vrouwelijke muizen. Ze toonden ook aan dat de veranderingen in gedrag verschillend waren tussen de geslachten.
In het bijzonder zagen ze een toename in angstig gedrag, in het bijzonder bij mannelijke muizen. Bij vrouwelijke muizen was er een vermindering van sociaal gedrag.
Het is niet bekend hoe emulgatoren het gedrag kunnen beïnvloeden, maar er zijn enkele theorieën.
"[W] e weet dat ontsteking locale immuuncellen triggert om signaalmoleculen te produceren die van invloed kunnen zijn op weefsels op andere plaatsen, inclusief de hersenen.De darm bevat ook takken van de nervus vagus, die een directe informatiebaan naar de hersenen vormen."
Prof. Geert de Vries
Waarom er sekseverschillen zouden moeten zijn, is moeilijker uit te leggen. Wetenschappers weten echter dat er bepaalde verschillen zijn tussen de manier waarop het immuunsysteem van mannen en vrouwen werkt, dus dit kan aanwijzingen opleveren.
De groep is van plan om deze onderzoekslijn voort te zetten. Overschakelen van het muismodel naar grotere dieren zal een noodzakelijke stap zijn, zoals de auteurs schrijven, "het bepalen van de mate waarin studies bij muizen relevant zijn voor mensen is inherent moeilijk", vooral bij gedragsstoornissen.
Co-lead onderzoeker Benoit Chassaing zegt: "We onderzoeken momenteel de mechanismen waarmee emulgatoren in de voeding de intestinale microbiota beïnvloeden, evenals de menselijke relevantie van die bevindingen."
Het is ook vermeldenswaard dat emulgator-gevoede mannelijke muizen van de vier angsttesten slechts significante verschillen in één vertoonden. De test in kwestie was de open veldtest en, volgens de auteurs, suggereert onderzoek dat het bijzonder gevoelig is voor het meten van "normale" angst, in tegenstelling tot angststoornissen.
In de afgelopen jaren hebben veel waarnemers een toename van angst in de westerse samenleving geconstateerd. Tegelijkertijd is de inflammatoire darmziekte duidelijk toegenomen. De auteurs vragen zich af of voedseladditieven een rol kunnen spelen in deze verschuivingen.
Voor nu bevelen de onderzoekers aan dat we voedseladditieven moeten beoordelen op hun invloed op darmbacteriën. De wetenschap heeft nu zonder enige twijfel aangetoond dat het microbioom een belangrijke rol speelt in de gezondheid; misschien moeten voedselveiligheidswetten wel volgen.

Reacties: