Home / Nieuws / ...

 

Verkeer belangrijkste uitlokker van hartinfarcten
Van alle factoren die een hartinfarct kunnen uitlokken, heeft verkeersdeelname op bevolkingsniveau het grootste effect: 7,4% van de hartinfarcten hangt hiermee samen. Bekeken vanuit het individu is overigens het gebruik van cocaïne het meest riskant.
Dat blijkt uit een Belgische meta-analyse van 36 studies die is gepubliceerd in The Lancet (2011;377:732-40). Tim Nawrot en coauteurs wilden vooral de rol van luchtvervuiling kwantificeren. Een verschil van 30 μg/m3 fijnstofdeeltjes kleiner dan 10 μm (P10) blijkt op individueel niveau tot een geringe maar significante risicoverhoging te leiden met een oddsratio van 1,05 (95%-BI: 1,03-10,07). Doordat luchtverontreiniging zo veel voorkomt, leidt deze kleine risicoverhoging op bevolkingsniveau tot een aanzienlijk aantal hartinfarcten: een toerekenbare fractie (‘population attributable fraction’ (PAF)) van 4,76% (95%-BI: 2,63-6,28).
Daarmee komt luchtvervuiling op bevolkingsniveau op de vierde plaats, na lichamelijke inspanning (PAF: 6,2%), alcoholgebruik (5,0%) en koffie (5,0%). Overigens is luchtverontreiniging waarschijnlijk ook een van de factoren die verkeersdeelname ongezond maken – naast de herrie en stress van het rijden of juist het stilstaan in files.
Een kleiner aandeel hadden triggers als negatieve emoties (3,9%), woede (3,1%), een zware maaltijd (2,7%), positieve emoties (2,7%), seksuele activiteit (2,2%), gebruik van cocaïne (0,9%) of marihuana (0,8%) en luchtweginfecties (0,6%).
Deze cijfers moeten wel met enige behoedzaamheid worden geïnterpreteerd. Zo hebben Nawrot et al. niet gekeken naar de kwaliteit van de studies die zij analyseerden. Zelf geven de auteurs aan dat kwalitatieve triggers als emoties of woede soms niet helder gedefinieerd waren. Bovendien namen Nawrot en collega’s alleen case-crossover- en case-controlstudies mee. Daardoor is het effect van bijvoorbeeld meeroken of grootschalige stressvolle gebeurtenissen (aardbeving, oorlog, wereldkampioenschap voetbal) niet meegenomen in de studie. Die effecten zijn met anders opgezet onderzoek aangetoond.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:C895 (April 2011) 

Printen

Reageer hier op dit artikel  Mail dit bericht naar een kennis

 

Reacties: